Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [36]anderen, spottende, zeiden: Zij zijn vol [37]zoeten wijns. 36. Eenigen, mogelijk uit de schriftgeleerden, Farizeen, Sadduceen, en huns gelijken. 37. Dat is, zij zijn dronken. Sommigen zetten dit over: Zij zijn vol most. Doch het was toen nog de tijd niet van most, dat is van nieuwen gepersten wijn.